De juiste handpan vinden, kan een hele uitdaging zijn. Tegenwoordig zijn er tal van variaties om uit te kiezen. Verschillende bouwers, verschillende materialen en dan ook nog eens de vraag welke toonsoort je graag wilt hebben. We kunnen ons voorstellen dat je het lastig vindt om hieruit te komen. Daarom hebben wij kosteloze oriëntatiesessies ontwikkeld. In deze sessies van anderhalf uur word je in alle rust begeleid naar de juiste handpan, passend bij jou. Alle materialen en stemmingen komen voorbij, en dat alles van een grote groep verschillende bouwers.
Voorafgaand aan een oriëntatiesessie kan het fijn zijn om wat meer kennis te vergaren.
Welke toonsoorten zijn er en welke richting geven zij aan jouw spel? Op deze pagina zetten wij de grootste verschillen uiteen en behandelen een groot deel van de toonsoorten.
Allereerst de meest bekende en meest populaire stemming. Als je het hebt over toonladders, gaat het bij handpannen doorgaans over mineurstemmingen. Mineur is de meest neutrale stemming. Hierbij kan je met gemak jouw spel zowel richting melancholisch & zwaar als vrolijk
& beweeglijk leiden. Kurd en Annaziska zijn binnen de mineurladders de meest neutrale variant. De toonopbouw komt precies overeen met de mineurladder die je zou spelen op een piano of een gitaar, en er worden geen tonen overgeslagen.
Kurd of Annaziska?
Dit zijn twee namen voor dezelfde stemming. Dat klinkt wat verwarrend en dat is het eigenlijk ook.
Om het nog complexer te maken, wordt ook nog weleens de naam Aeolian gebruikt.
Aeolian is als handpan-benaming enigszins aan het verdwijnen. Aeolian is synoniem voor mineur. Zoals je verderop in deze tekst zult lezen, zijn er meerdere mineurvariaties met verschillende namen. Één van deze stemmingen mineur (of een synoniem ervan) noemen, is dus niet handig. In de beginjaren van de handpan volstond dit, maar tegenwoordig is er meer specificatie nodig.
Kurd is de meest gangbare term. Deze benaming wordt gebruikt binnen de meeste stemmingen. Zo kan je een A Kurd, B Kurd, D Kurd en een E Kurd tegenkomen. De uitzonderingen hier zijn C en C#. Bij deze stemmingen wordt een andere benaming gebruikt.
Annaziska is die andere benaming. De opbouw is dus identiek, maar wordt bij C en C# niet
Kurd maar Annaziska genoemd. Soms zie je hierin wat verschuiving: je zou dus een D
Annaziska of een C# Kurd kunnen tegenkomen, maar in de regel is het andersom: C en C# noem je Annaziska, al het andere noem je Kurd.
Ook hier twee namen voor dezelfde stemming. Celtic Minor/Amara is net als Kurd/Annaziska een mineurstemming. Het verschil zit in de opbouw: waar Kurd/Annaziska netjes de toonladder volgt – dus zonder tonen over te slaan - wordt bij Celtic Minor/Amara één toon overgeslagen. Door deze toon over te slaan, komt er een plekje vrij, die wordt gevuld met een extra hoge toon. In de praktijk betekent dit: Celtic Minor/Amara heeft ten opzichte van Kurd/Annaziska een lage toon minder, maar een hoge toon meer.
Door het overslaan van die lage toon ontstaat een heel overzichtelijk, makkelijk speelbaar geheel. Voor intuïtief, vrij spel is een Celtic Minor/Amara handpan iets makkelijker hanteerbaar dan een Kurd/Annaziska. Er zijn namelijk meer tonen die goed bij elkaar passen én alle passende tonen liggen ook nog eens op een gunstige plek.
Wat betreft de twee namen geldt hier dezelfde verklaring als bij Kurd/Annaziska. Celtic
Minor is de benaming voor alles met uitzondering van C en C#. Je kan dus een A-, B-, D- of E Celtic Minor tegenkomen, maar geen C of C# Celtic Minor.
Amara wordt gebruikt voor C en C#. Ook hier geldt dat de termen nog weleens door elkaar gebruikt worden. Je zou een B Amara kunnen tegenkomen, maar deze term beperkt zich in de regel dus tot enkel C en C#.
Pygmy-stemmingen zijn aan een flinke opmars bezig. Je ziet deze stemming steeds vaker in allerlei variaties voorbijkomen. De Pygmy-stemming is gebaseerd op een Afrikaanse mineurladder. Er worden, net als bij Celtic Minor/Amara, tonen overgeslagen. Dit resulteert in een groter bereik, maar ook in een bepaald karakter. Door bepaalde tonen niet te hebben, of andere tonen juist extra veel, krijg je een bepaalde sfeer. Pygmy geeft een mooie open klank. Het klinkt wat avontuurlijker en minder alledaags dan de andere mineurstemmingen. En juist daardoor springt deze stemming eruit.
Pygmy en low Pygmy
Pygmy is er in twee variaties: Pygmy en Low Pygmy. De stemming bij deze twee variaties is identiek. Het verschil zit in het beginpunt: bij Low Pygmy begint de stemming lager en eindigt dus ook lager. Een Low Pygmy is daarmee niet per se lager dan een Pygmy: als de grondtoon lager is, kan een Pygmy nog steeds lager klinken. Zo heeft een A3 Pygmy meer lage tonen dan een E3 Low Pygmy, simpelweg omdat het beginpunt lager ligt (een A3 in plaats van aan E3).
Mystic is de minder bekende stemming onder de mineurladders. Deze stemming lijkt erg op
Celtic Minor/Amara. Ook hier wordt één toon in de reeks overgeslagen, wat resulteert in een groter bereik. Het verschil zit in de toon die wordt overgeslagen. Bij Celtic Minor/Amara wordt de zesde toon van de toonladder overgeslagen, bij Mystic is dat de zevende toon. Dit geeft Mystic een wat dromeriger en dramatischer karakter ten opzichte van Celtic Minor/Amara.
Mystic wordt ook nog weleens gebruikt als verzamelterm. Als het niet past binnen de andere benamingen, dan wordt het maar Mystic genoemd. Je kan dus verschillende soorten stemmingen tegenkomen die weinig gemeen hebben, maar wel allemaal Mystic worden genoemd.
Al het bovenstaande ging over mineurstemmingen. Mineur is met gemak de meest voorkomende toonsoort: ruim driekwart van de handpannen is in mineur gestemd. De reden hiervoor is simpel: mineur is het meest neutraal. Neutraal is weliswaar het meest veilig, maar een pan kiezen met wat meer kleuring of richting van zichzelf kan ook een heel interessante keuze zijn. Handpannen met een majeurstemming hebben een meer opgewekt, vrolijk karakter. Het zijn niet de juiste instrumenten als je op zoek bent naar een melancholische sfeer, maar wel de juiste pannen als je een opgewekt, zonnig en fris geluid zoekt. Ook binnen majeurstemmingen zijn er een hoop variaties.
De bekendste majeurstemming is Paradiso. Deze stemming heeft een mooi wijd en open bereik. De stemming is makkelijk intuïtief bespeelbaar, en heeft een zonnige, paradijselijke sfeer.
Paradiso begint wat lager in de toonladder en eindigt vrij hoog. Om dit te bereiken, worden bepaalde tonen overgeslagen. Je krijgt hierdoor een vergelijkbare speelstijl als bij Celtic Minor/Amara: door het overslaan van sommige noten blijft er een pallet over dat goed en gemakkelijk bij elkaar past. De kans op minder mooie tooncombinaties wordt hierdoor aanzienlijk verminderd. Een fijne stemming voor de intuïtieve speler!
Een andere bekende majeurstemming is Sabye. Deze stemming lijkt enorm veel op de
Ashakiran-stemming. Deze stemming heeft een iets meer avontuurlijke opbouw dan de
Paradiso. Het beginpunt is anders (namelijk de vierde toon in de reeks in plaats van de derde of de vierde). Dit 'vreemde' beginpunt maakt dat Sabye of Ashakiran wat spannender en meer zwevend klinkt. Het is een mooie, hoopvolle klank met een mooi energiek karakter.
Aegean is een majeurladder, maar hangt qua karakter een beetje tussen majeur en mineur in. Paradiso, Sabye en Ashakiran hebben alle drie duidelijk een vrolijker, zonnig karakter.
Aegean heeft dit ook in zich, maar heeft daarnaast een meer donkere kant. Deels komt dit door het lage beginpunt (de derde toon in de reeks), deels door een afwijkende toon. Aegean is een lydische toonladder. Dit karakter geeft het een ruimtelijk, atmosferisch en dromerig karakter.
Als het gaat om handpannen met een duidelijker en eigenwijzer karakter kan je niet om de
oosterse toonladders heen. Iedereen herkent deze pannen direct. Wanneer deze pannen bespeeld worden tijdens onze oriëntatie-sessies, komen er steevast opmerkingen over. Het zijn kleurrijke, sfeervolle stemmingen, met een duidelijk oosters karakter. Dat oosterse karakter is een overkoepelend iets, maar daarbinnen zijn wel kleine verschillen.
Saladin is de meest opgewekte toonsoort binnen de oosterse toonladders. De stemming lijkt sterk op
Celtic Minor/Amara, maar heeft een paar aanpassingen die het een typische sfeer geven. Het is de juiste stemming als je een energiek karakter wil geven aan je spel.
Hijaz is de grootste, meest bekende oosterse toonladder. Deze stemming begint net wat lager en dit geeft het een wat meer gelaagd karakter. Hijaz klinkt diep, avontuurlijk en mysterieus. Hijaz omvat veel variaties, waaronder Romanian Hijaz. Deze stemmingen verschillen iets van elkaar, maar hebben allemaal deze mooie mysterieuze sfeer.
Harmonic Minor is de meest 'westerse' variant van deze toonladders. Er is één toon aangepast ten opzichte van de Celtic Minor/Amara. Deze ene toon is slechts een halve toon hoger gemaakt, het verschil is dus minimaal. Dit kleine verschil heef wel een grote invloed op het karakter. Het geeft de stemming meer drama en geeft het een soortgelijk oosters karakter als Saladin en Hijaz. Harmonic Minor is de meest dramatische van deze drie: een mooi diepe en geaarde toonladder.
Uiteindelijk weet je pas echt wat je wilt als je het live hoort. Je vooraf goed inlezen, kan absoluut helpen om te weten waar je op kan letten en helpt je misschien iets beter te bepalen wat je wel of niet wil, Maar uiteindelijk gaat het om de klik met het instrument.
Als je nog niet zo goed weet wat je wil of wat de toekomst brengt, is het raadzaam om te beginnen met een mineur handpan. Deze handpannen hebben de meest neutrale sfeer en zijn het meest gangbaar. Wanneer je een sterk gevoel hebt bij de majeur- of oosterse toonladders, kan dit een goede keuze zijn omdat deze wat specifieker bij jouw karakter past.
Feitelijk zijn er geen goede of foute keuzes en ook geen specifieke keuzes voor beginners of gevorderden. Er is alleen de juiste keuze voor jou.
Meer informatie vind je op de pagina Beste handpan kiezen.